Persoonlijke aandacht
De kinderen op het KDC hebben vaak probleemgedrag. “Op school is het vaak te druk voor hen. De groepen zijn daar groot en er is weinig tijd voor persoonlijke begeleiding,” legt Marlo uit. “Bij het KDC is dat anders. We werken in kleine groepen van maximaal zes kinderen. Vaak met één begeleider op drie of vier kinderen. Zo is er veel persoonlijke aandacht.”
Samen met de orthopedagoog en de manager kijkt Marlo wat ieder kind nodig heeft. “Dat kunnen hele praktische dingen zijn. Zoals leren vragen om boter bij de lunch. Of samen boodschappen doen. Het dagprogramma helpt de kinderen om gedrag te oefenen dat ze nodig hebben in de maatschappij.”
Elke dag anders
Het werk op het KDC is dynamisch. “We krijgen regelmatig nieuwe cliënten. Elk kind brengt zijn eigen verhaal en gedrag mee. Dat verandert de groepsdynamiek. Het is dan onze taak om te zorgen dat ook zij zich snel veilig voelen. Dat vraagt veel van het team. Maar het maakt het werk ook mooi en leerzaam. Je leert elke dag iets nieuws. Over de kinderen, maar ook over jezelf.”
Menselijk en waardevol werk
Marlo werkte eerder in de geestelijke gezondheidszorg. Hij kwam bij ASVZ terecht via vrienden. “Wat mij aantrok was de visie. Hier kijk je verder dan alleen het gedrag. We kijken vooral naar wat eronder zit. Bij ASVZ wordt niet meteen naar alarmpjes of medicijnen gegrepen. We gaan in gesprek. Dat vond ik spannend in het begin. Waarom had ik geen pieper? Waarom moest ik een conflict zelf oplossen? Maar juist dat persoonlijke contact maakt het werk menselijk en waardevol.”
Samen 100
Marlo gelooft sterk in het principe van ‘Samen 100’. “Als jij het even niet redt, dan ben ik er voor jou. Dat geldt tussen collega’s, maar ook tussen cliënt en begeleider. We doen het samen. Je hebt mensen nodig om menswaardig gedrag te vertonen. Soms is dat een arm om je heen. En soms is het gewoon aanwezig zijn. Ieder mens heeft recht op steun en liefde. Dat is de basis.”
Trots en uitdagingen
Marlo is trots op wat hij en zijn team bereiken. “Als we een kind na jaren weer laten terugkeren naar school. Of een andere plek in de maatschappij. Een jongen zat hier sinds zijn negende. Onlangs haalde hij zijn mbo 1-diploma. Deze momenten vergeet ik nooit."
Toch zijn er ook uitdagingen. “Ons gebouw is soms gehorig. Daardoor zijn er soms veel prikkels. Dat is best lastig, vooral voor kinderen die gevoelig zijn voor geluid of beweging. We doen dan kleine aanpassingen om rust aan te brengen. Bijvoorbeeld een rustige ruimte maken of extra structuur in de dag. Dat vraagt creativiteit van het team. Maar het vaak lukt het goed. Juist omdat we steeds kijken: wat heeft dit kind nodig?”
Compassie en lef
Wat heb je nodig voor dit werk? Volgens Marlo vooral compassie en inlevingsvermogen. “Je moet kunnen voelen wat iemand nodig heeft. En je moet jezelf durven afvragen: wat breng ik mee? Wat projecteer ik op de ander? Alleen dan kun je écht iets betekenen.”
Hij besluit: “Het mooiste aan mijn werk? Dat we samen elke dag bouwen aan een toekomst voor kinderen die vaak al veel hebben meegemaakt. We geven hen liefde, structuur en kansen. En dat maakt mij trots!”